We zijn in gesprek met Erik Nijssen en Raymond Pieterse van Lely, een Nederlands familiebedrijf, wereldwijd actief in 60 landen. Lely - farming innovators - bedenkt, ontwikkelt, produceert, verkoopt en onderhoudt producten die het dagelijks leven van veehouders makkelijker maken. Een bedrijf dat de trends in de agrisector bepaalt door een voortdurend hoog niveau van R&D. Zo werkt Lely aan een duurzame, winstgevende en aangename toekomst in de agrarische sector.

Even voorstellen

Erik: “Ik ben Senior Manager Projects. Sinds augustus ben ik betrokken bij het Compass programma. Ik werk al meer dan 10 jaar bij Lely. De laatste jaren richt ik me op de meer complexe, multidisciplinaire projecten.”

Raymond: “Ik ben Tech Lead van Compass. Ik ben onder meer verantwoordelijk voor de datamigratie en ook de dataintegratie. Ik heb een stevige ERP/CRM achtergrond die in dit programma goed van pas komt.”

Erik Nijssen en Raymond Pieterse

Lely investeert veel in R&D. Wat zijn mooie innovaties van de afgelopen periode?

Erik: “Lely investeert 6% van omzet in R&D. We ontwikkelen producten en diensten die echt trendsetting zijn in onze business. Een mooi voorbeeld is ons product Horizon - een farm management applicatie. Hiermee zetten we slimme algoritmes in om melkveehouders te helpen optimaliseren, werkprocessen te automatiseren en de veestapel gezonder te maken. Een mooi voorbeeld van hoe we dankzij data die we ontvangen van duizenden melkveehouders, continu blijven ontwikkelen.
Een ander voorbeeld van mooie innovatie gaat over duurzaamheid. Zoals bekend, is de verlaging van stikstof een belangrijke klimaatambitie. Met de Lely Sphere worden meststromen opgevangen en bij de bron gescheiden. Deze afzonderlijke meststoffen kunnen worden ingezet bij bemesting. Dit vormt belangrijk onderdeel van de circulaire boerderij. De stikstofuitstoot wordt dankzij deze innovatie met meer dan 70% verminderd.“

We hebben het over het Compass programma. Wat waren de redenen om met dit programma te starten?

Erik: “Lely is actief in 60 landen en heeft 200 Lely Centers. Deze centers zijn de verkoopcentra/garages van ons bedrijf. In de Lely Centers worden de producten verkocht en onderhouden. In tegenstelling tot een autogarage vindt het onderhoud veelal op locatie - de boerderij - plaats.
We hadden te maken met behoorlijk verouderde software. Naast de matige onderhoudbaarheid van de software zelf leidde dit ook tot inefficiënte processen in de Lely Centers.”

Raymond: “We hebben gekozen voor een best of breed aanpak, waarin we met een flexibel standaardpakket - Salesforce - de processen in de Lely Centers zo kunnen faciliteren dat zij er het beste uit kunnen halen. Veilig, beter geïntegreerd en efficiënter.”

Erik: “In het programma pakken we sales, service en finance aan. Hierin worden vrijwel alle systemen op de Lely Centers vervangen.”

Salesforce draait in de cloud. Een bewuste beslissing?

Raymond: “Ja, we wilden echt moderne software. En dat draait eigenlijk altijd in de cloud. Voor ons was het een knock-out criterium.“

Wat maakt een cloudmigratie bijzonder?

Een datamigratie naar een cloudapplicatie bestaat - net zoals bij een migratie naar een on-premise toepassing - uit de stappen Extract, Transform en Load. Bij de laatste stap - Load - zijn vier aspecten bijzonder:

  • Laden met APIs. Bij een migratie naar een cloud-applicatie worden REST-API's aangeroepen om de data te laden. In on-premise migraties wordt veelal de database rechtstreeks gevuld.
  • Volgordelijkheid. De volgorde waarin de gegevens worden aangeboden is van belang: eerst een klant en dan z'n orders.
  • Verwerking responses: De respons van een API-aanroep moet in de migratie worden verwerkt. Bijvoorbeeld, bij het aanmaken van een klant, retourneert de API een nieuw klantnummer als respons. Met dit klantnummer worden vervolgens de onderliggende gegevens gemigreerd. Daarnaast worden ook foutberichten geretourneerd. De migratie-oplossing moet ook hierin voorzien.
  • Performance: Vaak speelt performance een belangrijke rol - de API's kunnen vaak maar beperkt belast worden en hebben een beperkte throughput. Dit is belangrijk om in een vroeg stadium te toetsen en hier rekening mee te houden in de migratie-oplossing.

Hoe zijn de eerste ervaringen in het gebruik?

Erik: “Positief. We kregen al na een week de eerste complimenten. Deze eerste implementatie ging over de salesfuncties. Wanneer ook de andere modules geïmplementeerd zijn, verwachten we een synergie-effect.”

Een implementatie voor 200 Lely Centers in 60 landen. Hoe pak je zoiets aan?

Erik: “Dat is inderdaad omvangrijk en complex - dat doe je niet in één keer. Wat goed is om te weten dat Lely Centers georganiseerd zijn in geografische clusters. Onze implementatie-aanpak was clustergebaseerd om ook tegemoet te komen aan lokale marktcondities. “

Erik vervolgt: “Lely Centers hebben een hoge mate van autonomie. Hoe ze gebruik maken van de applicatie die je aanbiedt verschilt van cluster tot cluster en van center tot center. Het is balanceren tussen enerzijds het neerzetten van een enkele oplossing voor iedereen en het aanbieden van maatwerk om met de specifieke situatie van de lokale markt om te gaan. We willen natuurlijk zo min mogelijk maatwerk en zoveel mogelijk standaard, maar het is wel de realiteit.
Onze cluster-gebaseerde strategie zorgde ervoor dat we geleidelijk kennis en inzicht opbouwden. Dat was belangrijk om met alle complexiteit om te gaan.”

Raymond: “We startten met twee centers in het Benelux-cluster die we goed kenden en waarvan we wisten dat ze een breed scala aan activiteiten hadden.
Allereerst stelden we de requirements vast: wat heb je nodig om je sales goed op orde te krijgen. Welke processen wil je ondersteunen op welke manier? We zijn toen ook al direct met DX aan de slag gegaan om het datamodel vast te stellen, welke data beschikbaar is in het bestaande systeem en hoe dat past in de nieuwe situatie.
Vervolgens hebben we dit gevalideerd in het Benelux-cluster: is wat we nu bedacht hebben ook breder toepasbaar op alle Lely Centers in dit cluster? Dit was de start. Vervolgens zijn we dus cluster voor cluster verder gegaan.”

Dat klinkt als een langdurig programma

Erik: “Ja, we vertrokken met een planningshorizon van 5 jaar. Dat bleek te lang te zijn. Onze omgeving is heel dynamisch, dan moet je programma goed kunnen meebewegen. We komen nu op ongeveer de helft uit. Enerzijds door echt een andere visie op het programma te formuleren. Anderzijds door meer snelheid te maken - bijvoorbeeld door verregaande automatisering van migraties. Ook hiervoor was het goed dat we met DX werkten - de migratie wordt volledig geautomatiseerd. Dat is echt een bijzondere aanpak.”


Voor mij was een hoogtepunt dat we onze deadlines haalden. Dat ging heel ver - er werd soms ook gigantisch hard gewerkt. Maar niemand die erover piepte.

Dit programma werd in de coronaperiode uitgevoerd. Was dat lastig?

Raymond: “Aan de technische kant heeft het weinig impact gehad. Veel van onze projectsamenwerking gebeurde al remote en digitaal. Daar veranderde niet zoveel.”

Erik. “Mijn ervaring is anders. Ik merk dat de creatieve processen - bijvoorbeeld met scoping en requirements - minder goed werken op afstand. Je krijgt minder terugkoppeling of het overkomt of doorkomt. We hebben moeten teren op de lijntjes die er al lagen. De kans dat je elkaar minder goed begrijpt is groter. We hebben extra hard moeten werken om dat te compenseren!
We hadden één moment  - in oktober 2021 - waarin we de clustermanagers bij elkaar hadden. Dat helpt dan zo enorm om samen de lijnen uit te zetten.”

Wat waren de hoogtepunten?

Erik: “We hebben in hele korte tijd bijna de helft van de Lely Centers op het nieuwe CRM systeem gebracht. Dat is ook inclusief activiteiten als training van de eindgebruikers.
Daarnaast was het - hoe wij dat noemen - een One Lely effort. Het projectteam inclusief DX, de Lely Centers, de leveranciers, allemaal trokken en duwden we aan dezelfde kar. Dat is toch wel erg mooi om daar onderdeel van te zijn.”

Erik: “Als ik ook een dieptepunt kan noemen: Onze nieuwe, moderne omgeving integreert nog niet altijd goed met de bestaande - legacy- omgevingen. Dan bleek in de praktijk toch weerbarstiger dan de theorie. Daar hadden we soms verder kunnen doorvragen.”

Raymond: “Voor mij was een hoogtepunt dat we onze deadlines haalden. Dat ging heel ver - er werd soms ook gigantisch hard gewerkt. Maar niemand die erover piepte.“

Bedankt voor dit interview!

Ook migreren naar de cloud?