Nederland is groot in pensioenen. Nederland is nummer 1 wereldwijd met pensioenkapitaal afgezet tegen het bbp. En niet alleen in kapitaal loopt Nederland voorop, maar ook in innovaties van de pensioenvoorziening zelf en in de manier waarop pensioenen geadministreerd worden. En juist in de pensioenadministratie worden grote stappen gezet. Waar traditioneel administraties gebaseerd zijn op het administreren van standen, zijn nieuwe pensioenadministraties gebaseerd op andere uitgangspunten: op een feitenadministratie of op een eventadministratie. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen deze drie soorten administraties? En wat betekent dat voor de ontwikkeling en het onderhoud?
Ben je architect of systeemontwerper? Je krijgt inzicht in de onderliggende uitgangspunten en werking van pensioenadministraties. Je zult de specifieke voordelen en aandachtspunten van standen-, feiten en eventadministraties begrijpen.
Ben je migratieconsultant? Je krijgt inzicht in het conceptuele model van standen-, feiten- en eventadministraties en hoe deze gemigreerd kunnen worden.
Dit artikel is het derde deel in een reeks van vier. In het eerste deel leggen we een aantal belangrijke concepten uit die van specifiek belang zijn bij pensioenadministraties: afgeleide gegevens en terugwerkende kracht mutaties. Het tweede artikel gaat in op de conceptuele datamodellen van deze drie administraties. Dit deel van deze artikelenserie vergelijkt de drie administraties onderling. Het laatste en vierde deel geeft aan welke specifieke uitdagingen er zijn bij migraties tussen de verschillende soorten pensioenadministraties.
Drie soorten pensioenadministraties vergeleken
De pensioenadministraties in de Nederlandse markt kan je onderverdelen in drie soorten: standen-, feiten- en eventadministraties. Een standenadministratie slaat naast de feiten ook de (afgeleide) standen op, waardoor bij het verwerken van TWK-mutaties de standen herberekend moeten worden. Feiten- en eventadministraties slaan alleen de feiten op en hebben dit nadeel niet. Feiten- en eventadministraties rekenen de stand altijd opnieuw life uit. Zie ook artikel I.
Standen- en feitenadministraties slaan de gegevens op in pensioenspecifieke klasses. Een eventadministratie daarentegen, slaat de pensioengegevens als event op. De pensioenspecifieke klasses en gegevens moeten eerst uit deze events worden afgeleid voordat pensioenrechten berekend kunnen worden. Eventadministraties zijn zeer generiek opgezet, waardoor de administratie van de mutaties simpeler wordt. De rekenkern is daarentegen complexer dan bij een feitenadministratie. Zie ook artikel II.
In dit artikel worden de drie pensioenadministraties onderling vergeleken. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen? Er zijn ook verschillen in flexibiliteit. Hoe gemakkelijk kunnen aanpassingen in de datastructuur of in de rekenregels doorgevoerd worden? De drie soorten administraties worden vergeleken op kenmerken als datastructuur, TWK mutaties, reproduceerbaarheid, rekenregels en queries & batches.
Datastructuur en mutaties
Datastructuur
TWK mutaties
Mutatieverwerkende processen
Als pensioenmodel inclusief standen.
Feiten en meest recente standen worden opgeslagen. Bij iedere TWK moeten de standen opnieuw bepaald worden.
Complexer door opnieuw bepalen van de standen.
Als pensioenmodel met timestamps.
Alleen de feiten worden opgeslagen.
Eenvoudiger, Straight Through Processing.
Als events.
Alleen de feiten worden opgeslagen (als event).
Eenvoudiger, Straight Through Processing.
Bij een standenadministratie zijn de pensioengegevens (feiten en afgeleide gegevens) in de datastructuur vastgelegd. Een wijziging in de pensioengegevens leidt tot wijzigingen in de datastructuur. Bij het verwerken van de TWK mutaties moeten ook de standen geüpdate worden. Hierdoor zijn de mutatieverwerkende processen complexer dan bij feiten- en eventadministraties.
Een feitenadministratie heeft ook de pensioengegevens (alleen de feiten) in de datastructuur vastgelegd. Echter, omdat alleen de feiten worden vastgelegd zijn de mutatieverwerkende processen eenvoudiger. Van ieder gegeven dient een tijdlijn met timestamps (gebeurtenisdatum en verwerkingsdatum) aanwezig te zijn om afgeleide gegevens correct te kunnen reproduceren. Wijzigingen in de datastructuur zijn, net als bij standenadministraties, lastiger door te voeren.
Een eventadministratie slaat de pensioengegevens op als events. De pensioengegevens kunnen aangepast worden zonder de eventstructuur in de administratie aan te passen. Net als bij een feitenadministratie worden alleen de feiten worden vastgelegd. Hierdoor zijn de mutatieverwerkende processen eenvoudiger dan bij standenadministraties.
Berekeningen en rekenregels
Reproduceerbaarheid van berekeningen
Rekenregels
Alleen de meest recente stand kan uitgelezen worden.
Meestal geïmplementeerd op diverse plekken in de software om TWK's goed af te kunnen handelen. Vanaf de laatste mutatie hoeft alleen een update van de afgeleide gegevens berekend te worden.
Berekeningen kunnen op ieder moment en met de kennis van dat moment gereproduceerd worden.
Berekent de aanspraken vanaf begin deelname volledig opnieuw uit.
Berekeningen kunnen op ieder moment en met de kennis van dat moment gereproduceerd worden.
De events moeten eerst geïnterpreteerd worden voordat de aanspraken vanaf begin deelname volledig opnieuw uitgerekend kunnen worden.
Standenadministraties bevatten altijd de meest recente stand. Het reproduceren van standen op andere momenten (in het verleden of in de toekomst) kan lastig zijn. Om de standen up-to-date te houden, zijn vaak de rekenregels op diverse plekken in de mutatieverwerkende processen opgenomen. Dit bemoeilijkt het aanpassen van de rekenregels en de flexibiliteit van het gehele systeem.
Een feitenadministraties registreert van ieder gegeven een tijdlijn met gebeurtenisdatum en verwerkingsdatum. Daardoor is het mogelijk om berekeningen te reproduceren op ieder willekeurig moment en met de kennis van een ander moment. Dit geeft meer flexibiliteit en betere onderhoudbaarheid van de rekenregels.
Eventadministraties hebben dezelfde voordelen als feitenadministraties. Berekeningen kunnen op een willekeurig moment gereproduceerd worden met de kennis van de events van een ander moment. Doordat de gegevens nu als event zijn opgeslagen, zal in de rekenkern eerst de pensioengegevens uit de events moeten worden afgeleid.
Queries en batches
Queries & batches
Pensioengegevens en meest recente standen zijn beschikbaar voor queries.
Pensioengegevens zijn beschikbaar, standen worden life opnieuw berekend.
Pensioengegevens en meest recente standen zijn beschikbaar via een afgeleide database. Standen op een ander moment worden real-time opnieuw berekend.
Voor het maken van queries en het uitvoeren van batches zijn in standenadministraties de meest recente gegevens beschikbaar. Feiten en eventadministraties bevatten een historie van de gegevens en van de afgeleide gegevens. De afgeleide gegevens worden real-time uitgerekend, waardoor batches langer kunnen duren.
Het uitvoeren van queries en batches bij eventadministraties is lastiger omdat de gegevens als events zijn opgeslagen. Om het uitvoeren van queries en batches makkelijker te maken, kunnen de pensioengegevens en afgeleide gegevens van een bepaald moment in zijn geheel als afgeleide database opgeslagen worden. Het queriën op deze afgeleide database lijkt daarmee op standenadministraties. Echter, deze afgeleide database moet periodiek up-to-date gehouden worden. Voor het uitvoeren van queries of batches op andere momenten, moeten de gegevens opnieuw real time uitgerekend worden, net zoals bij feitenadministraties.
Flexibiliteit & performance
Flexibiliteit
Performance
Minst flexibel, datastructuur en pensioenmodel staat vast en rekenregels zijn verweven in de mutatieverwerkende processen.
In batches kan performance een issue zijn als afgeleide gegevens opnieuw uitgerekend moeten worden.
Gemiddeld flexibel, datastructuur en pensioenmodel staat vast. Rekenregels zijn gecentraliseerd en beter beheersbaar.
Performance kan een issue zijn bij batches.
Meest flexibel, aanpassingen in de pensioengegevens leiden niet tot aanpassingen in de eventstructuur. Rekenregels zijn gecentraliseerd. Door verwerken van de events zijn de rekenregels complexer.
Performance kan een issue zijn bij batches.
Met betrekking tot de flexibiliteit en de aanpasbaarheid van het systeem, zijn standenadministraties het minst flexibel. De pensioengegevens staan vast in de datastructuur en rekenregels zijn verweven in de mutatieverwerkende processen. In batches is performance is alleen een issue als de afgeleide gegevens opnieuw uitgerekend moeten worden.
Feitenadministraties zijn wat flexibeler omdat de rekenregels niet verweven zijn in de mutatieverwerkende processen. Vaak zijn de rekenregels gecentraliseerd en daardoor beter onderhoudbaar. Eventadministraties hebben dit voordeel ook. Bij batches moet de gehele populatie mogelijk opnieuw doorgerekend worden, wat mogelijk tot performanceissues kan leiden.
Bij eventadministraties zijn bovendien de gegevens als event opgeslagen. Het doorvoeren van aanpassingen in de pensioengegevens is daardoor erg eenvoudig en zal minimale aanpassingen aan het datamodel vergen. Nadeel is dat de rekenkern complexer is omdat de pensioengegevens eerst uit de events geëxtraheerd moeten worden. Dit maakt de rekenengine minder onderhoudbaar dan bij een feitenadministratie en kost ook extra performance. Net als bij feitenadministraties kan het doorrekenen van gehele populaties bij batches mogelijk tot performanceissues leiden.
Van de drie soorten pensioenadministraties bestaan implementaties van leveranciers. De drie soorten administraties hebben bewezen te voldoen aan alle wettelijke, rapportage-, pensioentechnische en functionele eisen die aan pensioenadministraties gesteld worden. De keuze voor welk type administratie bij jouw organisatie past, hangt af van diverse factoren af. Hoeveel flexibiliteit verwacht je nodig te hebben? Komen er in de toekomst andere pensioenproducten of verzekeringen bij, of blijft het bij het huidige portfolio? Hoeveel ga je zelf in de rekenkern programmeren/modelleren en heb je die kennis in huis?
Tot slot
In dit derde artikel zijn standen-, feiten- en eventadministraties onderling met elkaar vergeleken. In het volgende (en het laatste) artikel gaan we in op de impact voor migraties.
Wij maken graag kennis om te sparren over pensioenadministraties. Neem vrijblijvend contact op.